Mastodon designing futures where nothing will occur

vrijdag 15 maart 2024

Living For the Future

 

Deze week weer eens na lange tijd The Deepest Cut Vol.1 van Omni Trio opgezet. En deze track, met de lange intro gevolgd door de magnifieke maalstroom van bas en ritme, sprong er dit keer uit. Vreemd dat we nu in de toekomst leven en die melancholie veel meer van toepassing is dan in 1995.

zaterdag 24 februari 2024

Nooit meer ontwaken


Een nieuwe Burial. Daar moet je wat vinden. Het zijn platen die beluisterd moeten worden en, zoals het tegenwoordig sarcastisch heet, the discourse voeden. In mij zit alleen een herhaling van zetten, die steeds dichter bij exegese komt. Dreamfear/The Boy Sent From Above is in ieder geval een amusante zet. Een soort dubbele rave megamix in kenmerkende Burial-stijl: gruizig, schijnbaar willekeurig en met het geluid van de vallende kogelhulzen. 'Dreamfear' is voor mij een ironische titel want vanaf de "I am the lord of ecstasy" sample klinkt het als het realistische geluid van mijn dromen, mochten die in de periode 1990 - 1993 zijn gesitueerd. Veel breakbeats, hitsige loops en zoekplaatje met samples van Eon, The Prodigy en The Orb. Een vrolijke boel als je je niet meteen door nostalgische gevoelens laat overmannen. Al luisterend bedacht ik me vooral hoe onuitputtelijk mijn energie destijds was, hoe je lichaam de assimilatie in die opgeroepen krachten van muziek, licht en serotonine, die overdaad aan plezier langs schaduwranden moeiteloos aankon. Een vreemde onschuld in een korte periode tussen 1977-1989 nihilisme en het verstikkende dance-industrieel-complex van de afgelopen dertig jaar.

vrijdag 16 februari 2024

Meer museïficatie van techno

Called it. Al heb ik er verder weinig meer over te zeggen. Misschien het resultaat van een niet geheel onprettig gevoel dat alles is gezegd over de meeste dingen. De laatste grote verschuivingen in de jaren '90, zeker, maar ook de komende twintig jaar.

It has been a rather surreal experience to see these two trends side-by-side in my RSS news-feed on a weekly basis: New documentary, seminal club closes, new exhibition, seminal club forced to relocate, new photo album, seminal club facing closure. To me, this odd coexistence raises the following question: Why is it that electronic dance music is now, for the first time ever, being "celebrated" and "appreciated" by mainstream cultural institutions at the same exact time that it is facing such existential precarity?

Vincent Jenewein - 'Techno: Inside the Museum of the Living Dead'

dinsdag 19 december 2023

De 20ste eeuw in de achteruitkijkspiegel

Met de verschijning van Selected Nonfiction 1962-2007 zijn de complete werken van sciencefictionschrijver J.G. Ballard vrijwel uitgeput (een slag om de arm, dit zijn immers niet de complete non-fictie werken.) Deze kloeke uitgave blijkt na lezing een noodzakelijk vervolg op The User’s Guide to the Millennium uit 1996. Soms is er een overlap tussen beide bundels maar Mark Blacklock kon uiteindelijk over genoeg materiaal beschikken om de Ballardiaan tevreden te houden. Bovendien schreef Ballard tijdens de laatste elf jaar van zijn leven, inmiddels een geliefde autoriteit op het gebied van de onorthodoxe mening, scherpzinnige recensies en artikelen over uiteenlopende onderwerpen als C.S.I., het Guggenheim Museum, Helmut Newton en nieuwe politiek die nu te plaatsen zijn binnen het oeuvre (zijn late meesterwerk Super-Cannes wordt bijvoorbeeld in een reisimpressie uit 1995 al aangekondigd.) The User’s Guide to the Millennium verscheen ook op een ander moment. Ballard had net met hernieuwd elan zijn late periode ingezet, Cronenberg zou datzelfde jaar de verfilming van Crash uitbrengen en in de jaren negentig—de tijd van techno-optimisme, rave futurisme en alles wat daar aan gelieerd was, van smart drugs tot gewone drugs, sensualiteit, online verkenningen en Ocean of Sound—gedijde de fictie van de ambivalente optimist misschien als nooit te voren. Daarmee vergeleken is Selected Nonfiction 1962-2007 veel meer een terugblik waardoor je vanzelfsprekend de vraag stelt: wat is in de diepe 21ste eeuw de status van Ballard?
Ballard is de sciencefictionschrijver die, in tegenstelling tot vrijwel al zijn collega’s, geïnteresseerd was in het heden in plaats van de toekomst. Het is opvallend hoe vroeg hij al teleurgesteld raakt in de toekomst. De vlucht van Spoetnik is voor hem het hoogtepunt van het futurisme, waarna een soort voorspelbaarheid toeslaat en sciencefiction als genre op een dood spoor raakt. Terwijl Ballard ervan overtuigd is dat het de enige literatuur kan zijn die de opkomende technologisch cultuur betekenis kan geven. ¨...one certain thing about the future is that it will be boring…” En dat is gezien de interplanetaire toekomstvisioenen van weleer lastig te ontkennen. De look & feel van 2023 verschilt in principe heel weinig van die van de jaren negentig (nog steeds ergens “het vorige decennium”) of zelfs 1977. Technologische verandering is grotendeels onzichtbaar of speelt zich af op detailniveau. Met dat gevoel van saaiheid en betekenisloosheid binnen de kaders van de allesoverheersende consumptiemaatschappij worstelen de personages in de boeken uit zijn late periode en die werken zijn allemaal nog actueel. Maar eigenlijk worden de personages uit de meeste van zijn werken geconfronteerd met betekenisloosheid die het universum, dreigende natuurrampen of de gruwelen van de 20ste eeuw teweegbrengen. Wat zijn personages zo uniek maakt is dat ze er gewoon wat van maken, bij voorkeur door hun eigen obsessies te volgen en psychopathologie te omarmen om zo een nieuwe realiteit vorm te geven. 
 
Dit alles is het product van een vriendelijke Engelse huisvader die een groot deel van zijn leven in de buitenwijk Shepperton woonde. Ballard zou zelf ontcijferen waarom hij schreef op de manier waarop hij deed en waarom hij ook uniek zal blijven. Natuurlijk zijn er invloeden als de surrealisten en William Burroughs die in Selected Nonfiction 1962-2007 uitgebreid en herhaaldelijk aan bod komen. Maar de sleutel ligt in zijn kindertijd in Shanghai en pubertijt in een Jappenkamp (een onwerkelijke Britse autonomie die dicht tegen zelfopsluiting lag.) De semi-tropische idylle van het vooroorlogse Shanghai (volgens zijn vader op dat moment de meest vooruitstrevende stad van de wereld) waarvan de realiteit bruut wordt verstoord door oorlog is zonder twijfel de bron van zijn onmiskenbare fantasie. En dat wordt in menig artikel, rond het schrijven en de verfilming van zijn autobiografische Empire of the Sun, geanalyseerd. ‘Unlocking the Past’ vormt een fraaie beschrijving van zijn terugkeer naar Shanghai voor de documentaire Shanghai Jim (1991) waarin Ballard op wonderbaarlijke wijze zijn ouderlijk huis en het kamp intact terugvindt. Het is voor mij geen toeval dat mijn favoriete Nederlandse schrijver, Couperus, een deel van tienerjaren in Indië woonde. De Oriënt is het Onbewuste van de Westerse literatuur en een handvol kunstenaars werd hier gevormd om, even in psychoanalytische termen door te gaan, opeens te worden geconfronteerd met het realiteitsprincipe van hun grauwe thuislanden. 
 
Tijdens het lezen van zijn non-fictiewerk werd ik al snel overmand door tweestrijdige indrukken. Op een niveau leven we in de wereld van Ballard en zijn penvriend Baudrillard, al is het avontuurlijke afwezig, de droomlaag verdampt om plaats te maken voor de even nerveuze als fantasieloze oppervlakte van het digitale. Wat daaruit opdoemt is een wereld die veel meer lijkt op de pessimistische boeken van John Brunner, een langzaam uit elkaar vallende wereld van overbevolking, vervuiling, kansloze strijd tegen klimaatverandering waar fascisme continue dreigt toe te slaan. Technologische vooruitgang is voornamelijk in handen van techbro’s met een gebrekkige verbeeldingskracht die cultuur het liefst uitleveren aan hun geliefde algoritmen. Waar ik naar toe wil, is dat we langzamerhand door de de achteruitkijkspiegel kijken naar de grootste avant-gardist van sciencefiction. Het oeuvre is af, zijn obsessies en interesses eindig, de 20ste eeuw steeds verder weg als de vervlogen details van een nachtmerrie. Ik denk dat hij de woestijn waar we naar toesnellen op verschillende plekken scherper in kaart bracht dan menigeen. Niets is echter opgewassen tegen de winden uit het niets die geduldig de markeringspunten wegvagen. Op goed geluk zijn er misschien nog enclaves te vinden waar goedaardige zonderlingen oude dromen najagen als in een spel dat het leven genoeg zin geeft.

J.G. Ballard - Selected Non-Fiction 1962-2007, edited by Mark Blackclock (The MIT Press, 2023. ISBN 978-0-262-04832-3)

woensdag 8 maart 2023

ae: een handreiking aan de fantasie (draft 7.30)

Een uitstekend moment om dit artikel dat ik destijds voor De Subjectivisten schreef enigszins geremastered en met een bonustrack te publiceren.

 


0. autechre are original hardcore niggaz who dont need winking indie organ riffs and shit in their songs

   zoals gelezen op I Love Music


1. Voor de eerste keer een nieuwe Autechre plaat opzetten is altijd speciaal. Een lawine van “hoe verzinnen ze het toch?”-momenten. Ritmes die niet lijken te kloppen, melodieën die halverwege overslaan in een ander geluid en ontelbare vormen van ruis die door muziek zijn geweven.

xylin room: ik ben een astronaut die is neergestort op een onbekende planeet waar ik noodgedwongen een nieuw leven moet beginnen, voor altijd afgezonderd van de mensheid. Het is een droge planeet. Wit. Ik woon bij een meer gevuld met een mysterieuze zilveren vloeistof. De waterspiegel is altijd glad. Over het oppervlakte rollen talloze vreemde insecten, de enige bewoners van deze wereld. Er is niks te doen behalve jezelf overgeven aan pure nostalgie. In de glinstering van het meer verlies ik mezelf in dagdromen, herinneringen aan dansen. 1991. Rave.

2. Draft 7.30 is gestoken in de mooiste hoes sinds Amber.* De abstractie tot haar logische conclusie uitgewerkt. Geen digitale lelijkheid meer maar drie balken: Groen/Licht Groen/Zwart-Wit Gestreept. Suggestie van een orde die voorbij de directe waarneming ligt. Symbool voor de muziek van Draft 7.30? Of herinneringen aan jaren zeventig behang? Verlopen futurisme.

(* Dat bleek uiteindelijk de hoes van de promo-cassette te zijn. Pas jaren later ontdekte ik tot mijn afgrijzen de werkelijke hoes, ironisch genoeg mijn minst favoriete Autechre-hoes en heel digitaal.)

IV VV IV VV VIII: er wordt iets aangedraaid…en losgelaten waardoor we naar voren schieten. We zweven rustig in positie. De tijd wordt stroperig als resultaat van de collectieve spanning die het zicht op de vijand, verborgen in het asteroïdenveld, veroorzaakt. Dan gaat alles los. Waanzin van onmenselijke snelheid, reacties op gebeurtenissen in de toekomst. En zoals in een goede samoeraifilm is het gevecht bijna meteen voorbij. Een laatste schermutseling en dan kalmte. De bries van de overwinning.

3. Het hoge woord er dan maar in een vroeg stadium uitgooien: Draft 7.30 is geen revolutie in het oeuvre van Autechre. Iedereen brengt zijn eigen breekpunten aan. Draft 7.30 is een evolutie ten opzichte van Confield, het is aan die plaat gebonden zoals Amber dat is met Incunabula, Chiastic Slide met Tri Repetae. Het proces van uitwerken, nuances aanbrengen.

6ie.cr: Engeland 2003 in een alternatieve toekomst waar geen oliecrisis heeft plaatsgevonden, Thatcher nooit de macht heeft gekregen, waar 1987/1988 is blijven doorwerken. Alle utopische dromen belichaamd in futuristische architectuur. Engelse excentriciteit tot norm verheven. Plezier is werk, geen zonde.

4. Meer dan ooit is Arthur Rimbauds beroemde idee van ‘een systematische ontregeling van de zintuigen door rationele middelen’ van toepassing op de muziek van Autechre.

tapr: het geluid van een smeltende piano. De muren geven een vaal schijnsel af. Een smaak van metaal in de mond. Draaien de wijzers van de klok terug? Gedachten vallen weg in een tunnel die oneindig blijkt te zijn.

5. Omdat het vriest, loopt de batterij van mijn walkman sneller leeg. Als ik op play druk om verder naar Draft 7.30 te luisteren, blijft de motor met een laatste krachtsinspanning duwen. Het resultaat is een licht tikkend geluid. Even ben ik verward: “was ik hier gebleven?”

suprripere: een droom zwerft zoekend door de nachtelijke stad. Eindelijk vindt het zijn slachtoffer en wringt zich door je schedel heen. In je hoofd ontpopt de nachtmerrie zich die wild begint te snijden. Geschrokken word je wakker. Je start de routine van de dag en stapt je huis uit. De wereld is gehuld in een gele mist. Overal krioelen kleine machines die alles in puin hakken, gecoördineerd door vormloze wezens van vloeibaar metaal die boven de stad zweven. Naar verloop van tijd beginnen de machines door de realiteit zelf te hakken. De witte vlekken worden steeds groter.

6. Nieuwe geluiden? ‘6ie.cr’ kan met wat goede wil worden opgevat als hun interpretatie van two-step, de enige knipoog naar hedendaagse muziek buiten Autechre’s eigen hermetische geluidswereld om. Wat Draft 7.30 een eigen karakter geeft qua textuur is het op onregelmatige tijdstippen opduiken van ouderwetse geluiden: een klassieke hiphop-loop, een ravemelodie, een melodie in de stijl van Blade Runner.

theme of sudden roundabout. Ik ben verwikkeld in een heftige wedstrijd van een spel dat vergelijkingen vertoond met squash. Mijn tegenstander is een elegante alien. Omdat we aan elkaar gewaagd zijn, bestrijden we elkaar ook met telepathische middelen. Hij probeert me af te leiden met pastorale beelden uit mijn jeugd. Ik tracht zijn gedachten te verstoren met ruis. Dan synchroniseren onze gedachten: het spel zal eeuwig doorgaan, we weten precies waar elke bal zal vallen. We moeten lachen om de absurditeit van het spel en prompt stuitert de bal twee keer. Het universum verdwijnt.

7. Bij elke nieuwe release de vraag: wat is de verhouding tussen ritme en textuur? Het wordt steeds duidelijker dat mijn persoonlijke wensdroom van een Autechre dat de ritmes voor een keer laat rusten en hun gevoel voor melodie in alle openheid laat horen nooit in vervulling zal gaan (zou er ergens een parallelle wereld zijn waar Autechre bezig is de melancholie van Amber album na album te perfectioneren?) Die wensdroom zal niet in vervulling gaan omdat ritme op Draft 7.30 meer dan ooit textuur is: tracks worden onder gestrooid met tikken en gruis. Hoe lang nog voordat Autechre-tracks bestaan uit ritmische ruis?

vl al 5: Detroit, 3018. Een complexe liefdesscène in het schijnsel van de stad. Elke aanraking wordt versterkt door speciale handschoenen, plezier cirkelt in nieuwe patronen over de huid. Rillingen over haar rug die te heftig zijn. Verwarring die op mij overslaat. Er is een soort climax die op heerlijke wijze uitsterft.

8. Terugkerend discussie: de relatie techniek <> gevoel. Het blijft verbazingwekkend om te horen dat Coltrane in zijn tijd een controversieel figuur was die menigmaal werd beschuldigd van krachtpatserij of een overdaad aan techniek dat “het gevoel” zou overschaduwen. Het is een controverse die Autechre achtervolgd, de voortdurende technische innovatie wordt steevast verward met kilte. Toch is er een mysterieuze gloed in hun muziek die moeilijk is te verklaren. Het heeft me altijd bevreemd hoe Autechre epigonen aantrekt, in hoeveelheden die zelfs Aphex Twin of Boards of Canada overtreffen. Wat lijkt te fascineren is de techniek, een uitdaging van het ontrafelen van de methode om vervolgens zelf puzzels te bouwen. Die gloed echter, die ontsnapt.

p.:ntl: een tocht door steden die aan elkaar gegroeid zijn, een onwerkelijke verzameling hoogbouw afgewisseld door industrieterreinen die fungeren als musea. Op de radio heersen Detroit bas en Sheffield gruis totdat de muziek wreed wordt onderbroken door politieke speeches van fundamentalistische aliens. De radio pikt een nieuwe zender op met een speciale live uitzending van een gamelan concert gespeeld door een verzameling Aphex Twin klonen. Het klinkt niet van deze wereld.

9. Ik had het over een gloed. Wanneer Autechre deze weet te vangen zijn ze de soulband van de 21ste eeuw. Natuurlijk hebben we het niet over soul als gemanierd overzingen maar als een glimp van iets voorbij jezelf, de ruimte tussen mens en machine. Het leek altijd een proces van vangen, een methode die met een duistere logica wegtikt totdat plotseling de beats wegvallen en een subliem geluid/melodie zich bevrijdt en vervolgens in volle glorie schijnt. Die methode gebruiken ze op Draft 7.30 vrijwel niet meer. De interesse is verlegd naar het invoegen van op het eerste gehoor incompatibele ritmes, die naar verloop van tijd toch synchroon lopen. Draft 7.30 lijkt Autechre’s meest ontzielde plaat, de tracks klinken als afstandelijke denkexperimenten. Toch blijkt met name de tweede helft van de plaat gevuld met prachtige melodieën die meer dan vroeger verweven zijn door het hele nummer. Desondanks lijkt de soul van Autechre steeds meer te worden bewogen door gevoelens van verlies, negatie en dreiging. Als ze niet uitkijken raken ze hun mooiste titel kwijt aan opkomende man Jan Jelinek wiens kraakjes zich minder aantrekken van wiskundige vondsten en direct op zoek gaan naar de warme gloed van verlangen en verwondering die de in het lichaam gedistribueerde ziel veroorzaakt. Microsoul.

v-proc: een ruimtestation gespecialiseerd in de verwerking van vuil achtergelaten door ontelbare lanceringen van kolonisatieshuttles werkt op volle toeren. Het pompende ritme van het proces is perfect. In de werkploeg maken de rasta’s de dienst uit op muziekgebied. Druk blowend zetten ze een gigantische gettoblaster neer en met geconcentreerde blikken timen ze het begin van de muziek zodat op het moment dat de metalen dub de ruimte in wordt geslingerd deze exact is gesynchroniseerd met het geluid van de lopende banden en machines. Ooit hopen we op een soundclash met een rivaliserend ruimtestation vol gitaarjengelende bleekneusjes.

10. Maar wat willen ze eigenlijk? Een deconstructie van electro? Een lange studie naar pre-oedipale auditieve werelden voltooien? De schoonheid van wiskunde eren? De mooiste suggestie blijft natuurlijk de meest onverwachte: Autechre’s eigen omschrijving van hun muziek als nieuwe folk. Een slimme omzeiling van hun mechanische/dehumaniserende imago. Autechre wordt daardoor ook heel Engels: ze bouwen steeds maar weer nieuwe soundtracks voor wat Eno zo treffend Another Green World noemde. Engels groen geïnfecteerd met de moderne kathedralen van viaducten, verwaarloosde tuinsteden, de romantiek van wegroestende industrie, een vervlogen empire van droomkoloniën.

reniform plus: zonsondergang over de smaragd gekleurde oceaan. Radioactieve deeltjes van neerstortende ruimtestations stuiteren door de hemel. Een magisch schouwspel van licht. Ik kus haar en het voelt echt, ook al kan ik in mijn fantasie haar mechanische hart horen tikken. Tijd valt uit elkaar, versnelt en wordt vervolgens vloeibaar. Plotseling rennen we door het zand richting zee. Het maakt toch allemaal niets meer uit. Hoe zal het water voelen?

11. Twintig jaar later. De keurige heruitgave in uitklaphoes (derde in reeks van vier die niet door The Designers Republic werd ontworpen…“I Was Today Years Old”) met daarin twee kloeke vinylschijven (dat had ik in 2003 nooit voorspeld.) De onvermijdelijke vraag: hoe klinkt Draft 7:30 in de toekomst? Goed, minder complex dan ik me kan herinneren. Een reden waarom ik destijds naar fictie greep was dat ik moeilijk grip kreeg op de muziek. En dat is ergens nog steeds het geval. Het is fraaie muziek, onmiskenbaar Autechre, maar het is misschien hun meest “anonieme” plaat naast Exai (2013). Ik durf wel toe te geven dat wanneer iemand me de plaat in een Pepsi-test had laten horen ik waarschijnlijk in eerste instantie geen nummer had kunnen herkennen. Zoals ik wel kan met tracks van Quaristic, Oversteps of NTS Sessions (Autechre-titels begin ik niet eens over, ik kan alleen ‘Basscadet’ en een aantal titels van Amber moeiteloos noemen.) Nu ik de tekst heb herlezen herken ik een aantal nummers in de beschrijving al denk ik ook soms “Je hoorde hier wat in?” De ambient Autechre heb ik uiteindelijk gekregen. En dat heeft hun muziek uiteindelijk goed gedaan door voor meer contrast te zorgen. Verder lijkt een periode van twintig jaar weinig waarde meer te bevatten. Voorheen onvermijdelijk een breuk tussen tijdperken, oude en nieuwe geluiden, nu gewoon een aantal Autechre-platen geleden. Draft 7:30 klinkt ook niet ouderwets, ware het een lost tape zou je hem stiekem na PLUS (2020) kunnen uitgeven en dan zou het alleen een handvol hardcore liefhebbers opvallen. Ik weet niet zo goed wat dat betekent. Zijn we gewend geraakt aan Autechre, hebben ze sinds Confield (2001) een bepaalde manier van musiceren verfijnd die geen grote omslag kan veroorzaken of hebben ze de laatste twee decennia te weinig concurrentie gehad? Misschien maakt het niet meer uit en worden we binnenkort overspoeld door een nieuwe golf van gegeneerde kloons, moeten we ons opmaken voor de Turing test van muziek die de deur opent naar een overdaad van het bekende. Een alles tot stilstand brengende atemporaliteit waarin de mens langzaam wegzakt.

donderdag 8 december 2022

 Andor | Een Star Wars voor ons


Ik dacht enkele jaren terug na het teleurstellende The Rise of Skywalker werkelijk dat ik mijn laatste Star Wars had gezien. Maar zoals Al Pacino in The Godfather 3 op heerlijk pompeuze wijze zegt: “Just when I thought I was out, they pull me back in!” Ik geef toe dat ik de Baby Yoda-meme’s niet kon weerstaan en de postmoderne samoeraiverhalen van The Mandolarian een seizoen heb gevolgd. Maar daarna leek Disney de franchise uit te melken met spin-offs die eenvoudig waren te negeren. Wat ik ook van plan was met de nieuwe serie Andor. Langzaam voelde ik echter de fluisteringen aanzwellen totdat ze mijn vriendenkring bereikten: Andor is een van de beste series van het jaar, een van de beste dingen die onder de noemer Star Wars is gemaakt. Politieke intrige, The Force en Jedi nergens te bekennen, spannend! Ze hadden gelijk.

 

Andor komt de eerste drie afleveringen redelijk traag op gang, wat misschien een teken is dat men de personages rustig probeert te introduceren. Wat daarna volgt is een verhaal dat de metafysica negeert en de politiek naar de voorgrond brengt. Op zich is dat geen grote goocheltruc. Star Wars is altijd politiek geweest: de oorspronkelijke film, twee jaar na de val van Saigon uitgebracht, was een anti-imperialistische parabel. De politiek in de tweede trilogie (1999 – 2005) is vaak bekritiseerd als saai maar achteraf zijn de machinaties van Palpatine om de senaat uit te schakelen een opmerkzame waarschuwing gebleken voor tendensen in de Westerse politiek. Zelfs The Rise of Skywalker wist met “They win by making you think you’re alone¨ een memorabele anti-neoliberalistische oneliner te plaatsen. Wanneer Andor echter losgaat presenteert het niets minder dan een complete kritiek van de post-9/11 jaren waar fascisme stap voor stap terrein wint.
 


Andor speelt zich af in de aanloop naar de eerste Star Wars-film (ergens tussen Episode III en IV voor de kenners) en lijkt het ontstaan te verhalen van wat uiteindelijk de rebel alliance zal worden. Een plotlijn volgt de ontwikkelingen rond de senator Mon Mothma die uiteindelijk in A New Hope de aanvalsplannen op de Death Star presenteert. Een andere oude bekende is de schavuit Cassian Andor die in de spin-off Rogue One de plattegrond van de Death Star steelt en hier tegen zijn zin wordt meegetrokken in politieke intriges. De puzzel past dus in het Star Wars-universum al gaat Andor uiteindelijk over het huidige Amerika en daardoor over de Westerse wereld in het algemeen. Over de opkomende controlestaat die bij de minste tegenstand te ver doorslaat, over de oneindige War on Terror, de militarisering van de politie, het gevangenis-industrieelcomplex en de gameficatie van de economie. De bedompte sfeer is die van de laatste twintig jaar. Tegelijkertijd worden bijna achteloos bepaalde vragen beantwoord die je als kritische Star Wars-kijker wel eens stelde: hoe wordt het empire bestuurd? Wie bouwt een Death Star en hoe wordt dat betaald? Andor neemt de moeite om het ambtelijk apparaat te laten zien en dat geeft de hele reeks meteen een noodzakelijke verdieping. In een sneaky scène na de laatste aftiteling wordt duidelijk dat de onderdelen waar de gevangen continu aan werken voor de Death Star zijn bedoeld.


Ondanks de verdeeldheid van de tegenstanders laat Andor een groeiende tegenbeweging zien, paranoïde, fanatiek, bij vlagen meedogenloos maar dankzij de figuur Karis Nemik, schrijver van een politiek manifest, ook intellectueel en empathisch. Wat vanzelfsprekend de vraag oproept: hoe is dit gemaakt door Disney, een in wezen Amerikaans conservatief entertainmentcomplex dat braaf zijn steentje bijdraagt aan inclusiviteit en multiculturalisme? Want dit is van een andere orde, puur antiautoritair, ACAB, pro-open source en right to repair, anti-imperialistisch, antifascistisch, feministisch en anarchistisch zonder enige centristische nuancering. Kan dit louter worden uitgelegd als een multinational die zich een progressieve politiek en levensstijl toe-eigent en als ongevaarlijke fictie verkoopt? Want een Star Wars-verhaal bluf je niet langs allerlei comités, doelgroeponderzoeken en managementlagen, daarvoor is het te bekend en ook teveel waard. Veel betrokkenen waaronder schrijver Tony Gilroy en acteurs Diego Luna en Fiona Shaw hebben geen geheim gemaakt van hun intenties dus dit is wat het systeem toelaat, repressieve tolerantie in de vorm van hoogstaand entertainment. Een Star Wars-film zal nooit een revolutie ontketenen en toch...met Andor worden eenvoudig te begrijpen concepten gepresenteerd die je kunt gebruiken om een complexere sociologische of politieke analyse uit te leggen. Helemaal onschuldig is het niet, zelfs voor een publiek dat murw is geslagen door decennia van multinationalkapitalisme en daar geen alternatief voor kan voorstellen.
 

Het bovenstaande maakt Andor al tot een fascinerende kijkervaring. Maar het ziet er ook nog eens heel goed uit, beter dan menig Star Wars-film, alsof een Tumblr-comité de serie heeft samengesteld. De keuze om Star Wars stug in het Darth Vader – Luke Skywalker tijdperk te laten afspelen heeft een interessante consequentie. De esthetiek is vrijwel onveranderbaar. Hierdoor kan men niet losgaan op de lelijke digitale look van hedendaagse sciencefiction en blijft de technologie gedwongen hangen in een permanent 1977 – 1983 futurisme van primitieve computers en vieze machines die vaak van ellende uit elkaar lijken te vallen. Die beperking doet vormgevers enorm goed. Het hoofdkwartier van het Imperial Security Bureau en appartementen op Corcusant zijn gebouwd in brutalistische stijl, imposante gevaartes van beton met bijpassende interieurs in de beste jaren ‘70 traditie. Ook de kleding is stijlvol maar praktisch, met name de lange jassen die een aantal personages draagt zien er fraai uit alsof de mode rond 1979-1980 een ander pad is ingeslagen. Hetzelfde geldt overigens voor de slechteriken, de jassen van officiers zijn nu dankzij een vintage kleur groen onmiskenbaar nazistisch terwijl de kaki trenchcoats de ISB een aristocratische air geven. De galaxy far, far away krijgt hierdoor een doorleefde sfeer, het is een levende wereld met mode, standen, rituelen, arbeiders, kantoren, industrie, geruchten, verwijzingen naar mystici, schrijvers en zelfs openbaar vervoer, waar mensen in verschillende talen gewone gesprekken voeren. En om het af te maken is de muzikale bombast van John Williams ingeruild voor een spannende mix van synthwave en electro die precies de juiste sfeer aanvoelt.


Een Star Wars voor ons die bijna alles goed doet. Het is een vreemde gewaarwording. Rest de vraag of dit goed kan blijven gaan nu er een tweede seizoen is aangekondigd. Het eerste seizoen koos grotendeels voor sfeer en inhoud boven plot, dat gedreven werd door de gebruikelijke overval, ontsnapping en confrontatie. Al in de laatste twee afleveringen voelde je het verhaal bewegen richting de conventies van de keurige resolutie en cliffhanger. Ik hoop dat een vervolgseizoen genoeg tijd neemt om rond te kijken, de fantasie te laten ademen, de narratieve clichés zoveel mogelijk negeert. The Empire Struck Back, wie had dat nog verwacht?

dinsdag 6 december 2022

Duistere wetenschap | Gammelsæter & Marhaug – Higgs Boson

 


Liefhebbers van de avant-gardistischere metalregionen weten dat wanneer je de naam Runhild Gammelsæter googelt de kans groot is dat je onder een van eerste zoekresultaten een foto zult vinden van een vrolijke Scandinavische wetenschapper in plaats van de imposante vocaliste van slow motion riffsmeders als Thor’s Hammer, Sunn o))), Khlyst of soloartieste wier Amplicon album uit 2008 een uitzonderlijke verzameling ingetogen black metal vormde. Aangezien ze sinds 2014 geen werk meer had uitgebracht was het aannemelijk dat Gammelsæter definitief voor een carrière in de biologie had gekozen, wat ongetwijfeld beter betaalt dan de experimentele metalwereld maar het verlies van een van de spannendste stemmen in de hedendaagse muziek zou zijn geweest. Schijnbaar uit het niets verscheen dit jaar dan toch een vervolg van haar samenwerking met landgenoot Lasse Marhaug, een veelzijdige noisemuzikant met wie ze acht jaar geleden het album Quantum Entanglement maakte. Het is met gemak mijn favoriete album van 2022 geworden.

De titel Higgs Boson maakt er geen geheim van dat de plaat thematisch voortborduurt op het debuut. Hier geen odes aan Satan of heroïsche Vikingavonturen maar ingetogen liedjes over ‘The Stark Effect’, ‘Propeller Arc’ en ‘Hadron Collider’. Kortom, we zijn beland in de immer mysterieuze domeinen van de kwantummechanica en deeltjesfysica. Wat eigenlijk geen vreemd onderwerp is voor black metal. De oorspronkelijke black metal van de jaren ‘80 richtte zich thematisch op onversneden satanisme terwijl de Noorse adaptatie van de jaren ‘90 veel is meer ingebed in een heidense cultuur met een nadruk op het primaat en de verering van de natuur. Het is dan een kleine stap richting de moderne wereld en de biologie, natuurkunde en kwantummechanica. Op het eerste gehoor lijkt Gammelsæter met haar karakteristieke grommen, sissen en fluisteringen een demonische bevalling in te leiden maar als snel blijkt er weinig bovennatuurlijks te worden opgeroepen. In plaats daarvan presenteert het duo wetenschap als een duister ritueel (“The giver of names” – The Magus) die het sublieme van de fysica invoelbaar maakt: de leegheid van de intermoleculaire ruimte, opdoemende zwaartekrachtgolven of de onoverbrugbare afstanden van de KBC-leegte. De natuur is geen groene utopie maar een kil uitdijend universum van ontelbare processen, van ongrijpbaar klein tot gekmakend groot, waar de mens zich gelukkig mag prijzen dat hij een rol als observator kan spelen maar in wezen insignificant is.

In die zin is Higgs Boson de zwartst mogelijke metal en toch verplettert het je niet door zinloosheid. De ingetogen muziek van Gammelsæter & Marhaug heeft een onmiskenbare schoonheid die bevrijdend werkt, zoals de pracht van de Krabnevel (M1) gevormd wordt door de overblijfselen van een gestorven zware ster. Pulsen, bliepjes, basemissies en een enkele gitaarwolk vormen het minimalistische netwerk waar Gammelsæters stem zich doorheen beweegt, in verschuilt en weer verschijnt om een chemische litanie te declameren. Dankzij een zorgvuldige opbouw eindigt dit alles in het lange ‘These Questions’ waar Swans en Dopplereffekt elkaar ontmoeten, de duik in het zwarte gat waar de realiteit uit elkaar valt en Gammelsæter vrolijk fluistert en neuriet als een imploderende Starsailor. Een einde dat tegelijkertijd veel routes richting nieuwe hybrides met kosmische ambities doet opleven. Een buitengewoon plaat die suggereert dat Gammelsæters vaker een black sabbathical van haar laboratorium moet nemen.

Higgs Bosson (Ideologic Organ Music, 2022)